Sorteer op:
Prinsjesdag 2019 ligt alweer ruim achter ons. Toch kan het geen kwaad om er in deze bijdrage nog even bij stil te staan. Het kabinet Rutte III presenteerde stevige plannen om de woningmarkt in Nederland vlot te trekken. Daar was en is alle reden voor. Het tekort aan woningen heeft eerder de neiging groter te worden dan te verkleinen. Het tekort aan woningen heeft al bijna de grens van 300.000 bereikt. Door dat stijgende tekort blijven prijzen stijgen, zeker in de Randstad, en hebben steeds meer starters maar ook middeninkomens het nakijken. Niet alleen zit de markt voor koopwoningen op slot, maar ook de huursector wordt steeds ontoegankelijker.
De belangstelling voor de particuliere huursector is groot. De opkomst van zogenoemde buy-to-let beleggers in met name de grote steden heeft tot tientallen media-artikelen en onderzoeksrapporten geleid. Toch is de particuliere huursector in Nederland nog steeds een black box. Er is bijvoorbeeld nog relatief weinig bekend over de samenstelling van de sector.
In de vorige nieuwsbrief hebben we een eerste aanzet gegeven voor de beschrijving van de verhuurder in Nederland. In dit deel gaan we aandacht besteden aan het type verhuurder dat we in Nederland kennen. Zoals figuur 1 laat zien, zijn er grofweg 4 types, de inactieven, de aanpassers, de verkopers en de uitbreiders.
Er wordt heel veel over de woningmarkt geschreven. De meeste artikelen zijn toch lokaal van karakter en het internationaal perspectief ontbreekt. Dat is jammer. Het kan simpelweg leerzaam zijn te weten hoe de markt in de ons omringende landen functioneert. Je kunt er als beleidsmaker je voordeel mee doen. In deze en komende nieuwsbrieven besteden we aandacht aan de overeenkomsten en verschillen tussen de Britse en Nederlandse buy-to-let markten.
Buy to let in Nederland en het VK. Een vergelijking (II)
Het afgelopen jaar 2019 was opnieuw een memorabel jaar voor bouwend Nederland, maar niet in de gunstige zin van het woord. Zo daalde het aantal afgegeven bouwvergunningen met 27% naar pakweg 55.000. Dat getal ligt ver onder het streefgetal van 75.000. Natuurlijk speelt hier de stikstof problematiek een voorname rol. Maar minstens zo belangrijk is gebrek aan capaciteit bij gemeentes om snel vergunningen rond te maken. In de crisisjaren is heel veel kennis op gemeentelijk niveau de deur uitgedaan.
Het internationaal Monetair Fonds (IMF) windt er geen doekjes om. De Nederlandse economie wordt zwaar geraakt door de lockdown als gevolg van het coronavirus. Het IMF schat in dat de economie zal krimpen met maar liefst 7,5%. Die krimp is in lijn met het zwartste scenario dat eerder het Centraal Planbureau schetste.
De ambities liegen er niet om. De komende 10 jaren moeten er 1,5 miljoen huizen verduurzaamd worden. Tot 2021 gaat het om het bescheiden aantal van 50.000 per jaar, maar daarna moeten het er jaarlijks 200.000 worden. Nieuwbouwhuizen moeten vanaf 2021 energie neutraal zijn.
Het is een understatement om te stellen dat het coronavirus maatschappij en economie behoorlijk ontwricht hebben. Alles en iedereen was in verwarring toen het virus ook in Nederland razendsnel om zich heen greep en de maatschappij op slot gooide. Een ding bleek al heel snel. Nederland was absoluut niet voorbereid op de uitbraak van de pandemie. Er bleek een tekort aan werkelijk alles, variërend van mondkapjes en handschoenen tot IC-capaciteit en voldoende geschoold zorgpersoneel.